Welke slangen komen in Nederland voor?
_________________________________________________________________________________

In Nederland komen van oorsprong drie soorten slangen in het wild voor waarvan alleen de adder giftig is. De andere twee inheemse soorten slangen in Nederland zijn de gladde slang en de ringslang. Veel mensen denken dat ook en hazelworm een slang is door zijn uiterlijk. Echter dit is een pootloze hagedis. In het grensgebied tussen de provincie Drenthe en Groningen bij Eelde komt is nog een populatie de Russische rattenslang te vinden. Deze slangensoort is in het kassengegbied uitgezet om muizen en ratten te jagen. Ontsnapte exemplaren weten zich goed te handhaven.
_________________________________________________________________________________

Adder
_________________________________________________________________________________

Namen: Europese adder, moerasadder
Wetenschappelijkke naam: Vipera berus
Geslacht: Vipera
Onderfamilie: Viperinae (Echte Adders)
Familie: Viperidae (Adders)
Lengte: 50-70 cm.
Uiterlijk: platte kop, zigzag band op de rug
Kleur: bruin tot grijs, soms groen-, blauw- of roodachtig
Staart: kort, onderkant geel of oranje
Schubben: gekielde rugschubben
Ogen: verticale pupil, koperbruin tot rood
Giftig: ja, via giftanden, mits behandeld meestal niet dodelijk
Voedsel: kleine prooidieren (muizen, vogels, kikkers etc.)
Actief: maart-september
Paartijd: medio april-mei (eieren komen uit in aug-sept)
Biotoop: licht vochtig, hoogveen, natte heide, bosranden
Voorkomen in NED: zandgrond, heide (DRE, FRI, GEL, LIM, OVE)

Bijzonderheden:
De mannetjes mannetjes van de adder zijn kleiner en slanker dan vrouwtjes. Alhoewel het een giftige slang, komen adderbeten weinig voor. De kans op een dodelijke afloop na een adderbeet is uiterst klein mits er behandeling volgt. Er zijn slechts een zeer beperkt aantal dodelijke slachtoffers bekend die zijn overleden ten gevolgen van de beet van een adder waarvan in Nederland voor zover bekend niet een.
_________________________________________________________________________________

Gladde Slang
_________________________________________________________________________________

Wetenschappelijkke naam: Coronella austriaca
Geslacht: Coronella
Onderfamilie: Colubrinae
Familie: Colubridae (Gladde Slangen)
Lengte: 60-80 cm. (In Nederland max. 60 cm.
Uiterlijk: zijkant kop bruinzwarte band , rijen streepjes op de rug
Kleur: bruin tot bruingrijs, mannetjes iets opvallender gekleurd
Staart: vlekkerijen
Schubben: gladde rugschubben (vandaar de naam gladde slang)
Ogen: klein met ronde pupil
Giftig: nee, kan wel bijten maar heet zeer kleine tanden
Voedsel: kleine prooidieren (a.a. hagedissen, slangen, muizen)
Actief: april-oktober
Paartijd: april (soms in herfst) eireren komen uit aug-sept
Biotoop: open, laagbegroeid terrein, heide en hoogveen
Voorkomen in NED: hoge zandgrond (DRE, FRI, GEL, LIM, NB, OVE)

Bijzonderheden:
De mannetjes van de gladde slang zijn kleiner dan de vrouwtjes maar het wel een iets fellere kleur. Naast hagedissen, waarvan vooral staart in de smaak valt, verschalkt de gladde slang graag kleine knaagdieren en adders. Zelfs de eigen jongen worden soms gevangen en opgegeten.
_________________________________________________________________________________

Ringslang
_________________________________________________________________________________

Wetenschappelijkke naam: Natrix natrix
Geslacht: Natrix
Onderfamilie: Natricinae
Familie: Colubridae (Gladde Slangen)
Lengte: Mannetje 60-80 cm., Vrouwtje 80-120 cm.
Uiterlijk: kop afgescheiden van lichaam met gele/witte vlekken
Kleur: rug grijs-olijfgroen met donkere vlekjes, buik vuilwit geblokt
Staart: vrij lang
Schubben: sterk gekielde rugschubben
Ogen: vrij groot met ronde pupil
Giftig: nee, kan wel bijten maar heet zeer kleine tanden
Voedsel: kleine prooidieren (a.a. hagedissen, slangen, muizen)
Actief: maart-oktober
Paartijd: april, 5-30 eieren komen uit in september
Biotoop: waterrijk, oevers, bosranden, heide
Voorkomen in NED: boven rivieren (DRE, FRI, GEL, N-H, OVE, UTR)

Bijzonderheden:
De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes en hebben een verdikte staartwortel. De mannetjes zijn meestal ook iets scherper getekend. Toch is het moeilijk om de mannetjes en vrouwtjes van de ringslang te onderscheiden.
_________________________________________________________________________________